Franciscus Maria van Bommel werd 7 april 1939 geboren in Rotterdam. Hij overleed 23 juli 2007 in Heusden terwijl hij met zijn boot onderweg was van Frankrijk terug naar Nederland. Hij woonde en werkte in Rotterdam, Amersfoort sinds 1959 in Amsterdam. Hij werd opgeleid aan de Akademie Artibus te Utrecht (1 jaar) en aan de Académie de la Grande Chaumière te Parijs (½ jaar). Van Bommel werd bekend met zijn ‘’sociale acties’’ in de openbare ruimte. Hij maakte diverse werken in opdracht voor o.m. de gevangenis in Scheveningen en het Ministerie van Sociale Zaken. Samen met buurtbewoners maakte hij muurschilderingen om achterstandswijken op te fleuren, zoals de zogenaamde ‘’kleurprojecten’’ op de Amsterdamse Nieuwmarkt, destijds een grote bouwput door de aanleg van de metro midden jaren zeventig. Vanaf 1995 legde Frans van Bommel zich toe op het maken van autonoom werk waarbij vaak een directe link bestond met maatschappelijke of politieke kwesties. Zijn stijl was abstract, maar zelf noemde hij zijn schilderijen, tekeningen en collages felrealistisch. Twee maanden per jaar reisde hij per boot vanuit Amsterdam naar Frankrijk. Onderweg schetste hij de kades, kanalen en het landschap. Samen met zijn echtgenote Conny Bos was hij begin jaren zeventig enige tijd lid van de Amsterdamse gemeenteraad voor de Kabouterpartij. Ook was hij kroonlid van de Raad voor de Kunst en adviseur van de Rijksgebouwendienst.
Scheen 1969/1970, deel I, p. 125
Jacobs 1993, p. 40