Johannes Daniel Marie ("Hans") van der Plas werd 7 november 1925 in Rotterdam geboren als zoon van de kunstschilder Adriaan van der Plas (1899- 1974). Zijn vader was een geslaagd portrettist die bovendien in diverse technieken kerkelijk en monumentaal werk heeft gemaakt. Hans van der Plas behaalde net als zijn vader aan de Rotterdamse academie de acte MO~ tekenen en ook hij werd lid van het Algemeen Katholiek Kunstenaars Verbond. Destijds werd op de academie nog een gedegen vakopleiding gegeven waar hij met toewijding op reageerde. Zijn oeuvre omvat onder meer vrijstaande beelden in gelast koper, hout, steen en polyester, reliëfs, mozaïeken van sectieltegels, glasappliqués, door hemzelf in beton gegoten glas, grote muurschilderingen, ongeteld veel schilderijen, ex-libris, gelegenheidsdrukwerk en andere werken op papier. Na de periode van het kerkelijke werk legde hij zich niet vast aan één trant of techniek. Op het vragenformulier voor het Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaar (de Scheen) noemde hij zin werk: ''gedeformeerd figuratief-impressionisme''. Hij schilderde stillevens, moeder en kind, vrouwen, bloemen, paarden, alles wat zich hem in zijn omgeving als motief aandiende. Hij was een goede portrettist, van mensen en van plekken in de stad Rotterdam. Het élan van de metro en andere nieuwbouw vinden we in zijn werk, de wederopbouw van de stad, maar ook beelden van vergankelijkheid, in de vorm van verlaten werfhallen bijvoorbeeld. Hij overleed in Rotterdam 30 oktober 1991.
Scheen 1969/1970, deel II, p. 178
Jacobs 1993, deel L-Z, p. 233
RKD-nr 63780